Wie gelooft in een wereld vol verzinsels?
De denkbeeldige gemeenschap
In Sapiens schetst Harari onze wereld als een plek waar mensen vooral meer in verzinsels zijn gaan geloven. Zo is iedereen, of we dat nou willen of niet, onderdeel van een ‘imagined community’, een denkbeeldige gemeenschap. Dit zien we terug in religies, koninkrijken, maar ook in handelsnetwerken. Er zijn geen goden in het heelal, geen naties, geen mensenrechten en geen wetten buiten de collectieve fantasie van de mensheid.
Wat veel mensen zich onvoldoende realiseren is dat we deze verzinsels, ook wel mythen genoemd, ook terugvinden in de zakelijke wereld. Zo beschrijft Harari ‘geld’ als het beste verhaal dat ooit door de mens is bedacht. Geld is niets waard als wij niet samen in de waarde ervan geloven. De verzonnen verhalen zien we ook terug in de wereld van merken. Als voorbeeld wordt het Franse automerk Peugeot aangehaald. In werkelijkheid is Peugeot niet meer en niet minder dan een juridische entiteit. Een juridische fictie die we een naamloze vennootschap noemen. Toch praten we over Peugeot alsof het een mens is. Het gemeenschappelijke geloof dat Peugeot bestaat, zorgt ervoor dat duizenden mensen in de fabrieken blijven werken en dat nog meer mensen de auto’s van Peugeot blijven kopen.
Dit klinkt misschien somber of naïef, alsof we onszelf voor de gek houden, maar dat is het mijns inziens niet. Het is wel goed dat we ons beseffen wat de potentie is van een sterk verhaal. We leven namelijk in een wereld vol verhalen die door mensen worden doorverteld. Verhalen waarin enkel wij als mensen geloven. Dat geloof in een verhaal is de basis voor alle grootschalige menselijke samenwerking. En dat is nou juist wat ons onderscheidt van de andere soorten in het dierenrijk. In NRC vertelt Harari hierover het volgende: “Dit vermogen om denkbeeldige realiteiten en entiteiten te creëren is het echte verschil tussen Homo sapiens en de andere dieren. Het is de basis van onze economie, van onze maatschappij en van heel onze geschiedenis. Op individueel niveau verschillen we nauwelijks van de chimpansees. Als je mij en een chimp samen op een onbewoond eiland zou zetten, zou ik wedden dat ik veel eerder het loodje leg. Maar samenwerken in grote getallen kan geen dier zo goed als wij. Zet 1.000 mensen en 1.000 chimpansees op een onbewoond eiland, en dan weet je: de mensen zullen winnen. Chimpansees kunnen alleen samenwerken als ze de andere chimpansee kennen, als ze weten wie wat prettig en vervelend vindt. Mensen hebben dat allemaal niet nodig.” (NRC, 2015).
Betekent dit dan dat bijna alles in onze samenleving verzonnen is? Volgens Harari geldt dat voor veel zaken ja. Europa is bijvoorbeeld een verhaal waar veel mensen in geloven, maar Europa bestaat niet feitelijk omdat je het niet kunt aanraken of anderszins waarnemen. Zolang we in het verhaal van Europa geloven, is het effectief en verbindt het mensen en landen.
Een eigen realiteit
Het is eigenlijk best confronterend om te constateren dat wanneer je naar voor jezelf onbekende religies of samenlevingen kijkt, je al snel geneigd bent te zeggen dat ‘die ander’ in iets gelooft dat niet bestaat. Je eigen realiteit is de enige, juiste werkelijkheid, puur en alleen omdat je daarin gelooft. Zo geloven wij misschien steeds minder in God, maar dat betekent niet dat de verzinsels zijn verbannen uit onze ‘realiteit’. Wij geloven sterk in politiek en economie. Opnieuw twee bedachte constructen. Twee tot dusver effectieve verhalen, waar we graag in willen geloven.
Als je durft toe te geven dat jij zelf ook onderdeel bent van een eigen werkelijkheid die is samengesteld uit verzinsels, kun je je misschien net iets beter inleven in die andere, vreemde culturen. Maffe stammen en ‘idiote’ religies. Zij gedragen zich misschien wel net zo absurd als jij, maar voelen zich er heel vertrouwd en eigen mee.
Zijn verhalen in de kern misleidend en nutteloos? Kunnen we niet beter teruggaan naar de tijd waarin we nog in concrete zaken geloofden, zoals onze voorouders de ‘jagers en verzamelaars’ dat deden? Verhalen, in abstracte vorm, kunnen zeer betekenisvol en functioneel zijn. We worden als Homo sapiens echter wel steeds kritischer, simpelweg omdat we een steeds beter begrip krijgen van de wereld om ons heen. We willen weten wie het verhaal vertelt en welke bedoelingen de zender ermee heeft. Is het verhaal breed gedragen of wordt het opgelegd? Heeft het als doel enkel de zender te verrijken of worden we er allemaal een beetje beter van?
Verhalen kunnen richtinggevend en inspirerend werken. Ze kunnen je een goed gevoel geven en je die energie brengen die nodig is om iets ‘echts’ te creëren. Ze helpen ons (harmonieus) samen te werken en samen te leven, doordat ze kaders bieden en betekenis geven aan ons bestaan en aan ons dagelijks werk.
Het is een hele kunst om als bedrijf op zoek te gaan naar het verhaal dat past bij wie je bent (als merk of oprichter) en dat ook nog eens inspirerend en kaderscheppend werkt. Een verhaal dat je in staat stelt mensen aan je te binden en mensen onderling te verbinden. Een verhaal dat mensen trots maakt en hen in staat stelt effectief samen te werken.
Uiteindelijk draait het bij alle succesvolle verhalen maar om één sleutelwoord. En dat is vertrouwen. Vertrouwen we de zender? Vertrouwen we de inhoud? Kunnen we erop vertrouwen dat ook anderen in dit verhaal geloven?
Een verhaal mag dan in de meest pure essentie bedacht of verzonnen zijn, dat maakt het niet per definitie minder authentiek en relevant. Als het is gebaseerd op echte gebeurtenissen, op een droom waarin iemand echt gelooft én als we het verhaal kunnen toetsen aan de manier waarop het merk, het bedrijf en de mensen die er werkzaam zijn zich gedragen, dan kan het iets positiefs teweeg brengen. Economische en maatschappelijke groei bijvoorbeeld. Of meer concreet: een fijne plek om te werken, duurzame kleding, een elektrische auto, kersenvlaai met lokale grondstoffen, handgemaakte sieraden, energie neutrale huizen, etc.
Zolang we er samen in willen geloven, zijn de mogelijkheden eindeloos.